“O meu Deus, kon ik maar naar Fátima om de paus te zien”, zegt Carmen, die ik tegen het lijf loop voor de Pena kerk in de Calçada Santana. Ze is in de 70 en steekt met haar lengte niet boven de zes marmeren treden van de kerk uit. Als vrijwilligster verzorgt ze daar al meer dan 30 jaar iedere week de bloemen voor het altaar. Ze heeft er een pauselijke onderscheiding voor gekregen. Had de pastoor geregeld. Apetrots was ze.

Sinds haar man verleden jaar plotseling overleed, is haar leven een stuk kleiner geworden. “Manuel was pas 77 en ineens lag hij opgebaard bij dezelfde begrafenisondernemer, waar hij zijn hele leven gewerkt heeft”. Ze kan het nog steeds niet geloven.
En dit jaar zakte nota bene haar lievelingshond door zijn poten en stond niet meer op. Het enige dat ze nu nog thuis heeft is een stokoud poedeltje. “Die is aan allebei zijn ogen blind en bang om naar buiten te gaan”, zegt ze met spijt in haar stem. “Ik leg nu de badkamer maar vol met kranten, zodat hij daar rustig zijn behoeften kan doen.”

Carmen hoopt op een wonder. “Heel misschien organiseert de pastoor nog een dag met de bus naar Fátima. Dan kan ik toch de paus zien.” Glimlachend loopt ze naar huis, een pak oude kranten onder haar arm.

Fátima bestaat 100 jaar

Op 13 mei is het honderd jaar geleden dat de Maagd Maria ‘in een zee van licht’ aan drie herdertjes verscheen in Fátima, 120 km ten noorden van Lissabon. Zes maanden lang kregen Lúcia (10 jaar), Francisco (9 jaar) en Jacinta (7 jaar) elke 13e dag van de maand de Heilige Maagd te zien, die hen vroeg om te bidden voor de wereldvrede.

Lúcia werd non en overleed op 97-jarige leeftijd in een karmelietenklooster in Coimbra. Francisco en zijn zusje Jacinta stierven jong aan de Spaanse Griep en werden in het jaar 2000 door de Kerk zalig verklaard.

Moorse tijd
Al in de Moorse tijd (9e tot 12e eeuw) werden onbegrepen lichtverschijnselen in het gebied rond Fátima – genoemd naar de dochter van de profeet Mohammed – gezien.

Boze stemmen beweren dat de Kerk deze wonderlijke verschijningen gekaapt heeft om het katholicisme na de Eerste Wereldoorlog nieuw leven in te blazen.

Pauselijk bezoek

Bij het bezoek van Paus Franciscus op 12 en 13 mei belooft het zo druk te worden dat er voor accommodatie al duizenden euro’s per nacht wordt gevraagd. Wat je ook over de verschijningen van Maria mag denken, Fátima is en blijft een intrigerend fenomeen, dat elk jaar miljoenen pelgrims uit de hele wereld trekt.

Lusolobo gaat er 2 weken tussenuit en is vrijdag 31 maart weer terug

 

Hoe lang, O Portugal, hoe lang reeks leven
Wij gescheiden! Zeker, maar de geest,
Die vage geest, nooit sterk of kalm geweest,
Laat je niet los, niet lang en niet heel even.
 [ Uit: Barrow on Furness ]

Hoewel hij drinkt als een spons en rookt als een ketter is schrijven zijn grootste verslaving.
“Hij” is Fernando Pessoa, Portugals belangrijkste dichter van de twintigste eeuw.

Fernando wordt in 1888 in de Largo de São Carlos, midden in Lissabon, geboren. Nadat zijn vader aan TBC overlijdt, vertrekt hij in 1896 met zijn – inmiddels hertrouwde – moeder naar Zuid-Afrika, waar hij tot 1905 op 10th Avenue in Durban woont en daar als scholier zijn eerste gedichten schrijft. Op 17-jarige leeftijd gaat hij in zijn eentje terug naar Lissabon, waar hij – na een mislukte studie – zijn geld verdient als vertaler en handelscorrespondent.

Pessoa lijdt een eenzaam bestaan. Zijn leven bestaat uit vertalen, lezen, drinken, roken en schrijven. Na zijn dood in 1935 wordt in zijn huurkamer een kist met 27.000 volgekrabbelde pagina’s gevonden, waaruit een kolossaal oeuvre van voornamelijk gedichten, kon worden samengesteld.

Heteroniemen
Achter het woord “ik” in zijn werken gaan de meest uiteenlopende schrijverspersoonlijkheden schuil, elk met een eigen stijl en woordkeus.
De belangrijkste drie zijn: Ricardo Reis – de klassiek geschoolde intellectueel in Pessoa, Alberto Caeiro – de authentieke, ongecompliceerde dichter en Álvaro de Campos – de bereisde kosmopoliet. Zelf zegt hij daarover: “ik ben het levende podium waarop verschillende auteurs lopen die verschillende stukken spelen.”Boek
Ruim 20 jaar heeft Pessoa aan dit omvangrijke prozageschrift gewerkt, dat pas vele jaren na zijn dood, in 1982 wordt uitgegeven. Het is een dagboek zonder dagen of zoals hij zelf schrijft “een biografie zonder feiten.”

“Nu de laatste regenbuien weggetrokken zijn en alleen de wind die hen heeft weggevaagd is overgebleven, is de vreugde van de zon teruggekeerd naar de op elkaar gestapelde huizen van de stad en hangt er veel wit ondergoed te fladderen aan de lijnen die tussen korte stokken onder de hoge ramen van de veelkleurige gebouwen zijn gespannen.”     [ Uit: Het boek der rusteloosheid ]

Congres over Pessoa
Afgelopen februari organiseerde Casa Fernando Pessoa (http://www.casafernandopessoa.pt) in Lissabon een 3-daags congres ter ere van de schrijver, die samen met de schilders Almada Negreiros (Tentoonstellingstip) en Amadeo de Souza (Tentoonstellingstip) boegbeeld van het Portugese Modernisme is.

Geniet van het weekend                       Tenha um excelente fim de semana

“Ik had nooit gedacht dat ik als slaaf zou worden behandeld”, zegt hij beschaamd. Dario is Roemeen en werkloos als hij door een ronselaar in eigen land benaderd wordt voor de olijfoogst in Portugal. “Transport gratis, logies geregeld en 30 euro per dag in de hand”, zeiden ze.

Het transport naar Portugal duurt 3 dagen en 3 nachten, ze slapen in een bus. Daar aangekomen moet hij zijn paspoort inleveren. “Om niet illegaal te werken,” wordt hem gezegd. Met een twintigtal landgenoten – mannen en vrouwen, jong en oud – komt hij terecht in een verlaten huis bij Serpa, diep in de Alentejo. Er is 1 toilet en 1 douche. Slapen doen ze op de grond.

Elke dag staan ze om 5 uur op en werken 12 uur non-stop. Transport en eten moeten ze zelf regelen. Het huis kost 100 euro per persoon per maand. Soms krijgen ze op een dag 30 euro uitbetaald, vaak minder of helemaal niets.  Ze spreken geen van allen Portugees en durven niet zonder papieren naar de politie te gaan. Pas als een van hen erin slaagt de Roemeense ambassade te bellen, komen ze vrij.

Horrorscenario

Houten paletten om op te slapen, vuile kleren op een hoop, tientallen lege gasflessen waarop gekookt werd. Geen privacy, geen sanitaire voorzieningen. Dat was het horrorscenario, dat de Arbeidsinspectie begin dit jaar aantrof in een loods in Vidigueira, midden in de Alentejo. Huisvesting voor ongeveer 90 illegale seizoenarbeiders, die daar tot begin dit jaar verbleven.

”Het is een pure schande hoe we onze werknemers uit arme landen behandelen. Dit is moderne slavernij,” aldus Manuel Narra, de burgemeester van Vidigueira.

Olijfoogst

Het drama speelt zich elk najaar opnieuw af. In oktober komen duizenden immigranten olijven plukken in de Alentejo, Portugals meest uitgestrekte provincie. Voor de ongeschoolde arbeid zijn extra handen nodig, maar omdat het aan schriftelijke contracten en fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden ontbreekt, raken de buitenlandse seizoenarbeiders verstrikt in maffiose netwerken.

Slavernij
Geschat wordt, dat er in Portugal ongeveer 1400 slaven zijn. Tussen 2007 en 2015 werden bij het Ministerie van Justitie slechts 15 veroordelingen voor slavernij geregistreerd.
Terwijl de Arbeidsinspectie het aantal inspecteurs opnieuw opvoert, roept burgemeester Narra de andere gemeenten op om, voor komend najaar, fatsoenlijke huisvesting voor hun seizoenarbeiders te regelen.

Geniet van het weekend             Tenha um excelente fim de semana

Buitenshuis een bica drinken is erg populair in Portugal, net zoals een pint in de pub in Engeland. Een afspraak zonder bica is vrijwel zeker gedoemd te mislukken en een maaltijd zonder bica aan het eind, een doodzonde. Portugezen drinken altijd en op elk moment van de dag koffie. Liefst niet alleen en nooit lopend op straat.

Bica

De Portugese espresso, genoemd naar het pijpje van de espressomachine waaruit de koffie komt, wordt verreweg het meest gedronken.
In het Noorden, rond de stad Porto, heet espresso cimbalino, genoemd naar een indertijd populaire koffiemachine van het merk La Cimbali.
Geliefd bij de wat oudere Portugees is de bica cheia, waarbij het kopje opgevuld wordt met heet water en de koffie minder sterk is. De tegenhanger daarvan is natuurlijk de bica dupla, de dubbele espresso.

 

Koffie met melk

Galão – meer melk dan koffie, geserveerd in een hoog glas met een lange lepel.

Meia de leite – half koffie, half melk in een grote kop.

Garoto (jongetje) – meer melk dan koffie in een klein espressokopje.
Wordt in het noorden van Portugal ook wel pingo (druppel) genoemd.

Pingado – espresso met een vleugje melk.

Portugese koffie

De Portugese koffie is een mengsel van Arabica en Robusta bonen uit vooral Brazilië en Oost Timor.
De bekendste merken zijn Delta, Nicola en Sical. Het woord koffie is waarschijnlijk afgeleid van Kaffa, de naam van een Ethiopische koninkrijk in de 15e eeuw, waar koffie oorspronkelijk vandaan komt. In de 17e eeuw verschenen de eerste koffiebranderijen in Lissabon.

Koffie is de nieuwe wijn

Trendy koffie kent, net als wijn, een oogstjaar en een rijpingsproces. Om te rijpen worden de bonen eerst enige jaren in jute zakken in het donker bewaard. Daardoor verliezen ze vocht en zouden na het branden de smaak en het aroma verbeteren. Schrik dus niet als de ober u binnenkort niet alleen gaat adviseren over welke wijn het beste bij uw maaltijd past, maar ook welke koffie het beste bij uw toetje.

Geniet van het weekend                 Tenha um ótimo fim de semana

Maria de Fátima is 65 jaar, alleenstaand en werkeloos. Ze is na de Anjerrevolutie in 1977 vanuit Kaapverdië naar Portugal geëmigreerd.
Van haar vier kinderen zijn er drie in Portugal geboren. Twee daarvan hebben de Portugese nationaliteit. Haar jongste dochter Francisca niet. Maria legt uit waarom. “Ik werd ziek, verloor mijn baan als schoonmaakster en had eigenlijk nooit geld om een Portugees paspoort voor haar te regelen.”

Wetswijziging in 1981

Tot 1981 kon elk in Portugal geboren kind, de Portugese nationaliteit krijgen. Na 1981 kregen kinderen van immigranten de nationaliteit van hun ouders. Ze konden alleen Portugees worden door een verplichte taalcursus te volgen en aanzienlijke kosten te maken – waaronder 200 euro voor een paspoort.

Vreemdeling in eigen land

Francisca is in 1984 in Lissabon geboren en kreeg de Kaapverdiaanse nationaliteit. Ze heeft problemen met het krijgen van een woning en het afsluiten van een lening bij de bank. Hoewel ze de taal vloeiend spreekt, moet ze om een Portugees paspoort te krijgen een taalcursus, inclusief examen doen. Ze snapt er niets van. “Ik ben hier geboren en getogen; mijn moedertaal is Portugees.” Ze voelt zich tweederangsburger in eigen land. “Blijkbaar ben ik genoeg Portugees om belasting te betalen maar te weinig om gelijk behandeld te worden.”

Solidariteit met immigranten

“Kinderen van immigranten hebben hier niet dezelfde rechten als kinderen van Portugese ouders”, zegt Timóteo Macedo, voorzitter van de Vereniging voor Solidariteit met Immigranten (http://www.solimigrante.org)  Deze NGO is recent een campagne begonnen om de publieke opinie ervan te overtuigen, dat alle kinderen op Portugese bodem geboren, de Portugese nationaliteit moeten kunnen krijgen, onafhankelijk van de afkomst of de legale status van hun ouders. “Het wordt tijd dat we gaan inzien dat Portugal niet slechts één kleur maar een diverse bevolking heeft, die dezelfde rechten verdient”, aldus Macedo. Rassendiscriminatie

Regering is bereid om taaltoets af te schaffen
Afgelopen week is de regering met een voorstel gekomen om de verplichte taaltoets af te schaffen voor kinderen die in Portugal zijn opgegroeid. Ze vindt het nog een stap te ver om aan alle in Portugal geboren kinderen de Portugese nationaliteit te gunnen, zoals in de VS en Groot Brittannië wel het geval is.

Geniet van het weekend              Tenha um excelente fim de semana

Nog niet zo lang geleden bevond ik mij tijdens lunchtijd in een restaurantje in Alcácer do Sal, een historisch stadje ten zuiden van Lissabon en vroeg daar naar een bepaald gerecht op de kaart. De hoogbejaarde ober legde me meewarig uit dat ze dat gerecht wel hadden maar dat het op was. Het was er dus wel maar eigenlijk niet. Zou het met de journalistiek in Portugal ook zo gesteld zijn?

De afgelopen jaren is het aantal journalisten in het land met bijna een derde afgenomen en van de nog werkzame journalisten denkt twee derde erover om te stoppen. De belangrijkste redenen daarvoor zijn de slechte arbeidsomstandigheden. Naast lange werkdagen en beperkte carrièremogelijkheden, vormt het lage loon het grootste pijnpunt.
Gegevens die komen uit een recente enquête onder 7000 journalisten.

Lage lonen

Een journalist in Portugal verdient gemiddeld 1150 bruto per maand!
Ruim de helft neemt minder dan 1000 euro mee naar huis en bijna 10% haalt zelfs het minimumsalaris van 550 euro niet.

Digitaliseren en specialiseren is de toekomst

Met de opkomst van social media zijn journalisten niet langer de makers van het nieuws en is informatie entertainment geworden. Na een afwezigheid van bijna 20 jaar vond dit jaar in Lissabon het 4e Journalistencongres plaats. Daar werd geconstateerd dat de meeste journalisten nog analoog – d.w.z. met papier – werken en achterop dreigen te raken bij de op Internet gebaseerde digitale nieuwsmedia. Ervaringen van internationale kranten laten zien dat onderzoeksjournalistiek de toekomst heeft, waardoor ook het aantal betalende abonnees opnieuw kan toenemen.

Waarheidsvinding belangrijker dan ooit

Dankzij Trump, die beweert dat journalisten tot de oneerlijkste mensen op aarde behoren, doen de media er weer toe! Juist in deze tijd moeten journalisten burgers leren om leugens van waarheid te onderscheiden op grond van de inhoud en niet van de verpakking.
Uitzoeken wat wel en niet waar is, dat is de belangrijkste taak van de journalist!  Ook Portugal kan niet zonder.

Geniet van het weekend           Tenha um ótimo fim de semana

Wat is er lekkerder dan je met de wind in je gezicht en je armen buitenboord in een slow gangetje door Lissabon te laten rijden?

Nee, niet in een zo’n gescalpeerde dubbeldekker waar – op het bovendek en geroosterd door de zon – je pet steeds afwaait, als je die al had. Ook niet onderuitgezakt op de achterbank van een taxi, waar je niets van de stad ziet, alleen het steeds groter wordende bedrag op de taximeter, als die al aanstaat. En zeker niet in zo’n schattig toeristentrammetje, waar je zo dicht op elkaar moet staan dat je niet eens weet of je bestolen bent, als je al iets bij je had. Geef mij om de stad te ontdekken maar een zacht zoevende, elektrische Tuk-Tuk, zo’n veredelde scooter met een huisje erop waarvan alle ramen openstaan.

Portugal is in de mode

“Verblindende stranden, vibrerende steden en heerlijke wijn”. Volgens het Noord-Amerikaanse blad The Huffington Post, is een bezoek aan Portugal een absolute ‘must’ en Wallpaper Design Awards 2017 heeft Lissabon zelfs tot “beste stad” uitgeroepen.

Portugal is booming en de inkomsten door toerisme zijn verleden jaar gestegen naar een recordhoogte van bijna 12 miljard euro.

Toeristificatie

Meer vliegtuigen boven de stad, cruiseschepen op de Taag, segways op de stoep en de straat boordevol touringcars, trams en tuk-tuks.
We zijn in Lissabon, dat piept en kraakt onder zijn talloze blote-benen-toeristen. Een stad met meer buitenlanders dan Portugezen in zijn musea, met een winkelaanbod gericht op toeristen en niet langer op bewoners, die door de torenhoge huren hun stadscentrum worden uitgejaagd. Huurders in het nauw

De binnenstad een pretpark vol ijssalons en souvenirwinkeltjes, die allemaal dezelfde herinnerdingen verkopen. Waar koning Horeca heerst in straten en op pleinen en de elektronische muziek er moeiteloos in slaagt om de Lisbonieten tot ver na middernacht uit hun slaap te houden.

Maar ach, we zijn op een bepaald moment in ons leven allemaal toerist en wat is er dan lekkerder dan je met de wind in je gezicht en je armen buitenboord in een slow gangetje door Lissabon te laten rijden.

Geniet van het weekend                  Tenha um ótimo fim de semana

“Zodra ik hoorde van die nieuwe wet in Portugal, zei ik tegen mijn vrouw: als de Brexit doorgaat, ga ik de Portugese nationaliteit aanvragen”, aldus een teleurgestelde joodse Engelsman in de Britse krant de Guardian. “Ik ben Europeaan, kosmopoliet en ik haat nationalisme.”
Inmiddels behoort hij tot de snel groeiende groep Britten, die sinds de beslissing van het Verenigd Koninkrijk op 23 juni 2016, om de Europese Unie te verlaten, zo’n aanvraag heeft gedaan.

In januari 2015 is in Portugal een wet van kracht geworden, die het mogelijk maakt voor Joden in het buitenland om de Portugese nationaliteit te verkrijgen. Zij moeten dan wel kunnen aantonen af te stammen van de Sefardische Joden – ‘Sefardim’ is het Hebreeuwse woord voor Spanje – die ruim 500 jaar geleden van het Iberisch schiereiland werden verdreven.

“Er zijn goede redenen om de Portugese nationaliteit aan te vragen” zegt Yoram Zara, die als advocaat de 3,5 miljoen afstammelingen van Sefardische Joden in de wereld vertegenwoordigt. “Ze zijn gewend onderdeel uit te maken van de Europese Unie met alle privileges en rechten van dien. Nu de toekomst onduidelijk is, geeft een Portugees-Europees paspoort zekerheid als je in de EU wilt wonen, werken en vrij wilt blijven reizen”.

Joden in 15e eeuw uit Portugal verdreven

Voorwaarde voor zijn huwelijk met de Spaanse prinses Isabel in 1496 was, dat de koning van Portugal alle joden uit zijn land zou verbannen. De joden werden voor de keus gesteld het land te verlaten of zich te bekeren tot het christendom.
Naar schatting 200.000 van hen zijn het Iberisch schiereiland ontvlucht. De meesten naar het Ottomaanse rijk – het huidige Turkije – en Noord Afrika en een kleinere groep naar Frankrijk, Engeland en de Lage Landen. Zij die bleven en zich bekeerden werden ‘nieuwe christenen’ genoemd.

Pogrom van Lissabon

Met Pasen, op 19 april 1506, heerste er in Lissabon honger door droogte en de pest. Op het Dominicanenplein een menigte met fakkels, veel zwarte rook en de geur van verbrand vlees.

In drie dagen werden duizenden ‘nieuwe christenen’ – die voor het onheil in de stad verantwoordelijk waren gehouden – op brandstapels om het leven gebracht. Het monument tegenover de Dominicanenkerk in het centrum van de stad herinnert aan de tragedie.

Geniet van het weekend                       Tenha um ótimo fim de semana

Als er iemand binnenkomt, een pistool op mij hoofd zet en zegt dat ik onder het bureau moet kruipen, dan zal ik dat niet doen’ – Mário Soares

Op 25 april 1974 om zeven uur s’ morgens gaat in Bonn de telefoon en hoort Mário Soares, dat het regime in zijn land door een geweldloze staatsgreep – de Anjerrevolutie – gevallen is. Hij vertrekt hals over kop naar Parijs – waar hij in ballingschap leeft – neemt twee dagen later de Sud Express van Parijs naar Lissabon en komt daar samen met zijn vrouw de volgende dag op station Apolonia aan.

Hij wordt er verwelkomd door een juichende mensenmassa, die schreeuwt: “leve het socialisme” en “een verenigd volk zal nooit overwonnen worden”. Op het balkon van het station spreekt hij de menigte toe “ik wil jullie allemaal bedanken voor jullie aanwezigheid op deze historische dag” en roept in herinnering “al diegenen die niet in de gelegenheid zijn om dit emotionele moment mee te beleven”.

Revolutionaire burger
Soares heeft zich altijd fel tegen het regime van António Salazar in Portugal gekeerd. Hij werd daarvoor 12 keer gevangen gezet en een keer naar de Portugese kolonie São Tomé gedeporteerd. Sinds 1970 leefde hij in Frankrijk in ballingschap. Daar richtte hij de Socialistische Partij op, waarmee hij in 1975 – na meer dan 50 jaar dictatuur – de eerste vrije verkiezingen won.

Hoewel de communisten bij die verkiezingen op de tweede plaats eindigden kwam het niet tot politieke samenwerking. Cruciaal hiervoor was, dat Soares geen – door de communisten vurig gewenste – nationale vakbond accepteerde. ”We hebben nooit een dictatuur van rechts geaccepteerd en kunnen nu ook geen dictatuur van links toestaan”.

Alsnog een links kabinet
Veertig jaar later, in 2015, wint de Socialistische Partij de verkiezingen opnieuw en slaagt er dit keer wel in om – voor het eerst na de Anjerrevolutie – samen met de communistische partij en het Links Blok een socialistische regering te vormen.

Mário Soares was parlementslid (zowel in eigen land als in het Europees parlement), minister, premier en president. Hij overleed afgelopen zaterdag en werd 92 jaar.

Geniet van het weekend          –            Tenha um ótimo fim de semana

“Ik zat met zwarte kinderen op de lagere school, met een paar op de middelbare school en met geen enkele meer op de universiteit” – Joana Gorjão Henriques.

“Dieper, kun je er nu onder komen?” Het was half vier in de middag en op de hoek van de Avenida Almirante Reis en de Rua Alvaro Coutinho lag de stoep naast het stoplicht open. Er werd blijkbaar aan een kapotte leiding gewerkt. “Nee, niet daar, iets meer naar links.” In de kuil twee Afrikanen in versleten kleding met een schop in de hand. Het zweet stroomde over hun zwarte gezichten. Boven hun hoofd stond een slordig groepje van vijf of zes ongekleurde Portugezen in gele verkeershesjes met een sigaret in de mond aanwijzingen aan de kuil te geven. Op de stoep een oud, wit bestelbusje waarvan het portier openhing. Erin een forse, witte man met een enorme buik en een rode helm op het hoofd, die zat te bellen terwijl hij in de verte staarde.

Hoeveel donker gekleurde Afrikanen er precies in Portugal wonen is niet bekend. De overheid registreert namelijk alleen nationaliteit en geen etniciteit. Hun aantal wordt geschat op bijna 100.000, waarvan verreweg de meeste afkomstig zijn uit de ex-Portugese koloniën Guinee-Bissau, Kaapverdië en Angola.

Afrofobie
Veel zwarte Afrikanen zijn werkeloos of krijgen onderbetaald. Er is ongelijkheid op het gebied van onderwijs, burgerrechten, gezondheidszorg en er is sprake van sociale segregatie, waarbij Portugezen met een Afrikaanse achtergrond in de oudste en slechtste wijken wonen. In de gevangenissen zitten 15 keer zoveel gekleurde Afrikanen dan ongekleurde Portugezen.

Een nationaal platform van 22 actiegroepen, onder leiding van SOS Racisme, wijst de Portugese regering al jaren op het feit dat er veel discriminatie en racistisch geweld tegen zwarte Afrikanen bestaat. Zij willen dat er meer gegevens verzameld worden over etniciteit om de specifieke problemen van minderheden in beeld te brengen. De overheid, die geneigd is de ogen te sluiten, ontkent racisme tegen zwarte burgers en verdedigt het standpunt, dat het verzamelen van etnische gegevens in strijd is met de Wet bescherming persoonsgegevens.

Wel kleur in nieuwe regering.
Maar er zijn ook hoopvolle ontwikkelingen. Zo heeft Portugal sinds verleden jaar voor het eerst een gekleurde premier met voorouders uit Goa – hij wordt mede daarom ook wel de “Gandhi uit Lissabon” genoemd – en is de minister van justitie een zwarte Afrikaanse vrouw, geboren in Luanda, Angola.

Geniet van het weekend    –    Tenha um ótimo fim de semana