Zé is dood                                                  Zé is dead
stond op de App                                       the App said
dinsdag                                                      on Tuesday
om half twee                                             at half past one

Zo trots                                                      So proud
op fiere dochters                                      of brave daughters
in New York                                               in New York
en Amsterdam                                           and Amsterdam

Zielsgelukkig                                              Crazy
met zijn Tina                                              about his Tina
en de katten                                               and the cats
om haar heen                                             around her

Alles op zijn scooter                                  Everything by scooter
door de stad                                               through town
met wijn en kaas                                        with wine and cheese
en soms zijn vrouw                                    and his wife sometime

Het huisje                                                   The little shed
in de tuin                                                    in the garden
voor ons 4                                                  to the 4 of us
een paleis                                                   a palace

Angola toen                                                Angola then
Kaap Verde straks                                     Cape Verde later
nu                                                                 not
niet meer                                                    anymore

Querido Zé                                                 Dear Zé
we misten je al                                          already missing
voordat                                                       before
we je kenden                                             knowing you

 

‘Olá Pedro, wat ben jij mooi afgevallen, gefeliciteerd!’, lispelt de zwaarlijvige, naar adem happende Dona Maria Filomena Chuva da Souza Pinto tegen een in het gangpad hangende dikzak, terwijl ze in het voorbijgaan even zijn spierwitte – in een veel een te kort broekje gestoken – bovenbeen beroert, waarna ze steunend haar weg naar het podium in het Auditório Camões vervolgt om daar met een luide zucht tussen haar mede bestuursleden neer te ploffen en als voorzitter bijna drie kwartier te laat met een forse hamerslag de vergadering te openen.
‘Dank je Maria, we doen ons best’ mompelt Pedro, met tegenzin zijn ogen afwendend van de opvallend forse billen van een graatmagere buurtbewoonster, die voor in de zaal staat te wiebelen om daar – zodra ze de kans krijgt – haar grieven over het in haar ogen compleet falende wijkbestuur in de microfoon uit te storten. Een kortharige, in roomwitte overall gestoken afgevaardigde van de sociaaldemocratische PSD is haar echter te vlug af. ‘Op de eerste plaats wil ik het voltallige bestuur feliciteren met het elektrische vuilniskarretje, dat onze buurt sinds kort rijk is. Ik maak me echter zorgen over het grote aantal ratten in de Rua Zaire en het feit dat het huisvuil deze zomer zo lang is blijven liggen.’ Nog voor ze verder kan, wordt ze bruusk onderbroken door de vinnige woordvoerster van de communistische PCP, die de tafel toebijt. ‘Over zomer gesproken. Waarom is het zwembad eigenlijk nog gesloten? Onze kinderen kunnen niet eens schoolzwemmen?’ Het blijkt het begin van een ellenlange tirade, minstens zo lang als de tot haar middel hangende muisgrijze paardenstaart. De bestuursleden trekken hierop en masse hun smartphones, waarop ineens erg veel interessantere berichten blijken te staan. De voorzitter reageert op het communistisch geweld door met haar balpen onder luid gekraak een zak chips te openen en de inhoud ervan – geholpen door de nog openstaande microfoon – duidelijk hoorbaar met de zaal te delen.
‘Moet er niet gewoon een nieuw schoolgebouw komen?’, vraagt de licht zwetende in pak en das gestoken vertegenwoordiger van de christendemocratische CDS. ‘Deze zomer heb ik hoogstpersoonlijk onze school bezocht. De vloeren zijn rot, er kan geen raam meer fatsoenlijk open en het dak lekt nog erger dan het zwembad!’ Hij was bijna anderhalf uur te laat het buurtoverleg binnen geslopen en kon zich dus geen uitvoerig betoog veroorloven. De voorzitter likt het zout van haar lippen en antwoordt fijntjes, dat zowel de problemen met het zwembad en die van de school te groot voor de wijkraad zijn en dus bij het centrale stadsbestuur thuishoren.
‘En als er verder geen dringende zaken meer zijn, wil ik u nu vragen om allen te gaan staan en – op verzoek van de communistische partij –1 minuut stilte in acht te nemen ter nagedachtenis aan Carlos Pereira, buurtbewoner en activist van het eerste uur, die afgelopen maand op 81-jarige leeftijd is overleden.’
Op het moment dat de aanwezigen uit hun stoel omhoog komen, verlaat de christendemocratische afgevaardigde alweer hoofdschuddend de zaal.

‘Als de airco aanstaat, houd ik mijn pet s’ nachts ook op’.
Jan kijkt me met priemende oogjes vanonder zijn klep loensend aan. Zijn hele leven in de Rotterdamse haven gewerkt, bij de brandweer. Woont nu met vrouw en pensioen in Breda. In de 70 zal hij zijn.
‘Hè, lig je dan met je pet op in bed?, vraag ik verwonderd
Ja natuurlijk, anders word ik verkouden!’
Ik kijk vragend achterom naar zijn Tillie, die met haar dikke voeten op de achterste rij in de bus is gaan zitten.
‘Klopt’, zegt ze met een gulle lach. ‘Heeft zijn broer ook. Gek hè’
‘Dan moeten jullie allebei een gaatje in je kop hebben’, mompel ik’
‘Ik zou niet weten waar, lacht Jan. Maar ik neem wel altijd een zwikkie petten mee op reis’.
Buiten is het land leeg op een eenzame acaciastruik in de verte na. Langs de weg verdwaalde graspolletjes, waarvan de witte kuifjes wiegen in de wind.
Bij het instappen na de plaspauze dreigt het even mis te gaan.
Een homostel uit Best blaft tegen een echtpaar uit Boxtel ‘En nu mogen wij voorin zitten!’
‘Ja maar ik kan alleen maar vooruit kijken’, miauwt de vrouw met de halskraag. ‘En mijn man heeft staar en veel licht nodig om goed te kunnen zien. Hij moet ook snel uit kunnen stappen als hij voelt dat er een plasje aankomt.’ Haar hoogbejaarde echtgenoot heeft inmiddels geruisloos de lege plaats naast Jan ingenomen. Pas nadat de reisleider in gebroken Afrikaans duidelijk gemaakt heeft diezelfde avond nog een intekenlijst voor de zo gewilde zitplaatsen te maken, kunnen de sterke verhalen over vervlogen reizen worden hervat en kan de snoepzak met minimarsjes aan een nieuw rondje beginnen.
Als de bus leegloopt en er een spervuur aan foto’s neerdaalt op de als koeienhoorns gevouwen mutsen van een groepje Herero vrouwen, waait de pet van Jan de voorgoed de Namib woestijn in.
‘Geeft niks’, bromt hij. ‘Ik heb er nog zat.’

20 oktober 2018

‘Oh nee, wij zijn Pashtuns! Het allerbelangrijkste is, dat ik geen ruzie met mijn familie krijg, met mijn ouders en mijn ooms en tantes.’
Negentien is ze, slank als een rietstengel met een lang gezicht waarin rustige, bruine ogen en een dunne mond. Op haar hoofd een donkergele doek met zwarte kraaltjes. De verticale strepen op haar rood-blauwe tuniek versterken haar frêle gestalte. ‘Ik zit hier al een paar jaar op school en het schiet maar niet op’, zucht ze.’ ‘Praten lukt nog wel maar schrijven is echt moeilijk’
Ashwa komt uit Afghanistan maar heeft bijna haar hele leven in Pakistan gewoond. Ze wil tandartsassistente worden – ‘om mensen te helpen’ – maar twijfelt of het ooit nog zover komt
‘Misschien moet je iets gaan studeren wat niet zo lang duurt, iets met verzorging of zo’, opper ik voorzichtig.
‘Ik wil echt niks met kinderen. Veel te druk. En ook niet met suffe bejaarden’, antwoordt ze fel.
Dan pakt ze een portemonnee uit haar tas.
‘Heb ik vanmorgen gevonden, bij de tramhalte.’
‘Zat er nog iets in?’
‘Ja, best wel veel, ongeveer 90 euro en een paar kaartjes. Ik heb de eigenaar al gebeld en die wou de portemonnee thuis bij me komen ophalen. Dat kan echt niet! Ik geef hem wel aan de politie’
‘Dus als ik het goed begrijp, gaat alleen je familie erover met wie je gaat trouwen?’
Ze knikt.
‘En, zijn er al gegadigden langs gekomen?’
‘Ja hoor, best wel veel’, zegt ze niet zonder trots. ‘Mijn familie gaat dan alles heel precies uitzoeken over die jongens’. Ze hebben al iemand op het oog.
‘Oh!’. Ik kijk haar verbaasd aan.
‘Hij is 22 en zit ook nog op school.’
‘En wat vind jij zelf belangrijk of maakt dat toch niks meer uit?’
‘Hij moet knap zijn – want dat ben ik niet – en lang
‘Is die dat?’
‘Nee. Hij is best klein maar ziet er wel heel lief uit.’

18 oktober 2018

PAULA REGO

‘traditional tales and fairy tales’

paintings

Cascais – Casa das Histórias

until September 30

Empowerment his aim
Education his weapon
Africa his battleground

Bernard Groosjohan, dean medical school, Beira, Moçambique.

Rest In Peace – a luta continua.

 

PAULA REGO

in

‘ALL TOO HUMAN’
Bacon, Freud and a Century of Painting Life 

at Tate Britain, London

February 28 – August 27

The flowers of the emperor

– from bulb to carpet –

Gulbenkian museum, Lisbon

until May 21

Vhils

(Alexandre Farto)

‘Intrínseco’ – Streetart

Lisbon, Gallery Vera Cortês

2 February – 17 March