Ashwa

‘Oh nee, wij zijn Pashtuns! Het allerbelangrijkste is, dat ik geen ruzie met mijn familie krijg, met mijn ouders en mijn ooms en tantes.’
Negentien is ze, slank als een rietstengel met een lang gezicht waarin rustige, bruine ogen en een dunne mond. Op haar hoofd een donkergele doek met zwarte kraaltjes. De verticale strepen op haar rood-blauwe tuniek versterken haar frêle gestalte. ‘Ik zit hier al een paar jaar op school en het schiet maar niet op’, zucht ze.’ ‘Praten lukt nog wel maar schrijven is echt moeilijk’
Ashwa komt uit Afghanistan maar heeft bijna haar hele leven in Pakistan gewoond. Ze wil tandartsassistente worden – ‘om mensen te helpen’ – maar twijfelt of het ooit nog zover komt
‘Misschien moet je iets gaan studeren wat niet zo lang duurt, iets met verzorging of zo’, opper ik voorzichtig.
‘Ik wil echt niks met kinderen. Veel te druk. En ook niet met suffe bejaarden’, antwoordt ze fel.
Dan pakt ze een portemonnee uit haar tas.
‘Heb ik vanmorgen gevonden, bij de tramhalte.’
‘Zat er nog iets in?’
‘Ja, best wel veel, ongeveer 90 euro en een paar kaartjes. Ik heb de eigenaar al gebeld en die wou de portemonnee thuis bij me komen ophalen. Dat kan echt niet! Ik geef hem wel aan de politie’
‘Dus als ik het goed begrijp, gaat alleen je familie erover met wie je gaat trouwen?’
Ze knikt.
‘En, zijn er al gegadigden langs gekomen?’
‘Ja hoor, best wel veel’, zegt ze niet zonder trots. ‘Mijn familie gaat dan alles heel precies uitzoeken over die jongens’. Ze hebben al iemand op het oog.
‘Oh!’. Ik kijk haar verbaasd aan.
‘Hij is 22 en zit ook nog op school.’
‘En wat vind jij zelf belangrijk of maakt dat toch niks meer uit?’
‘Hij moet knap zijn – want dat ben ik niet – en lang
‘Is die dat?’
‘Nee. Hij is best klein maar ziet er wel heel lief uit.’

18 oktober 2018